AdobeStock 710453069 kopie
Semester 2

In semesterprogramma 2 wordt de verantwoordelijk van de student uitgebreid met meer zelfstandige lesopdrachten.  

Onderwijseenheid 2.1

De volgende rol van de leraar staat centraal in deze onderwijseenheid:   

  • De leraar als waardengedreven professional

Informatie over de onderwijseenheid  
Bij deze eenheid gaat de student aan de slag met activiteiten die te maken hebben met de identiteit van zichzelf, de leerlingen en de school. ‘Practise what you preach’ staat centraal, De student oefent zichzelf tot een ‘waardengedreven professional’.   

Dit draagt bij aan de ontwikkeling als leerkracht omdat de student leert zich aan te sluiten bij de identiteit van de doelgroep. Ook leert de student (les)activiteiten betekenisvol te maken voor zowel pedagogisch en vakdidactische inhoud als voor de vorming van leerlingen.   

De studenten werken tijdens dit semester aan de volgende leeruitkomst: Jij geeft zelfstandig kunstzinnige activiteiten vorm gericht op levensbeschouwing, burgerschap en sociale cohesie. Jij voert die uit aansluitend bij de identiteit van de school, jezelf en culturele en religieuze achtergronden van de kinderen. Jij baseert je handelen en keuzes op actuele vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waaronder kennis over diversiteit in de samenleving.  

Onderwijseenheid 2.2

De volgende rol van de leraar staat centraal in deze onderwijseenheid:  

  • De leraar als onderwijsontwerper 

Informatie over de onderwijseenheid 
In deze onderwijseenheid werkt de student aan de rol van ontwerper. Het ontwerpen en uitvoeren van betekenisvol onderwijs staat centraal. In onderwijseenheid 1.2 toonde de student aan dat hij methodelessen kan geven. Bij deze leeruitkomst gaat het om het verrijken van methodelessen, zodat de lessen van de student aansluiten bij de belevingswereld, ontwikkeling en interesses van kinderen. Ook gaat de student aan de slag met het ontwerpen van vakoverstijgende lessen, waarbij de student leert om leerdoelen van verschillende vakgebieden te combineren. De student zorgt hierbij voor een rijke leeromgeving die leren betekenisvol maakt en maatschappelijke betekenis geeft aan de inhoud. Door uit te gaan van de interesses en nieuwsgierigheid van leerlingen, stimuleer je de betrokkenheid van leerlingen.

Tot slot gaat de student aan de slag met de principes van onderzoekend leren. Hij ontdekt hoe je deze principes kunt inzetten om leerlingen zelf nieuwe kennis en vaardigheden te laten opdoen. Alles in deze onderwijseenheid gaat uiteindelijk om het creëren van een inspirerende en uitdagende leeromgeving waarin kinderen optimaal kunnen leren.   

De studenten werken tijdens dit semester aan de volgende leeruitkomst:  je verrijkt methodelessen waarbij je kinderen motiveert  om te leren. Jij ontwerpt vakoverstijgende lessen (activiteiten) en voert deze uit. Jij baseert je handelen en keuzes op verschillende didactische werkwijzen, vormen van leren en actuele vakinhoudelijke en vakdidactische kennis.

© KOERSKRACHT

Algemene voorwaarden | Privacybeleid

Ontwerp en realisatie: Impuls